Genetica
Ik zal proberen uit te leggen hoe genetica werkt. Het is erg belangrijk om iets van genetica te weten om goed en gezond te kunnen fokken. Want niet alleen de kleur wordt door genen bepaald maar ook het ontstaan van veel ziekten, de bouw van een hond, structuur van het haar, lengte van het haar, etc. Bijna alles wordt genetisch bepaalt.
Wat is de volgorde?
Het lichaam van een hond bestaat uit cellen, al deze cellen bevatten een kern. In die kern zijn chromosomen samengevat. Dit is DNA. Een stukje van dat DNA heet een gen. Een gen is weer onderverdeelt in baseparen die weer uit de nucleotiden bestaan. Deze nucleotiden geven meerdere malen gecombineerd de werkelijke informatie door.
In begrijpelijke taal:
Ik zal als voorbeeld boeken nemen iedereen is bekent met boeken en kent de opbouw hiervan. Wanneer je het lichaam van een hond als een oplage van een bepaalt boek ziet zal het makkelijker te begrijpen zijn. De hele oplage van boeken die gedrukt wordt is hetzelfde. Een zo'n boek noemen we een cel, het geschreven deel van het boek is DNA het geschreven deel bestaat uit hoofdstukken, dit zijn de chromosomen. De hoofdstukken bestaan op hun beurt weer uit zinnen (genen) deze zinnen worden onderverdeelt in woorden (basenparen) en de woorden bestaan uit letters (nucleotiden).
Wat is de volgorde?
Het lichaam van een hond bestaat uit cellen, al deze cellen bevatten een kern. In die kern zijn chromosomen samengevat. Dit is DNA. Een stukje van dat DNA heet een gen. Een gen is weer onderverdeelt in baseparen die weer uit de nucleotiden bestaan. Deze nucleotiden geven meerdere malen gecombineerd de werkelijke informatie door.
In begrijpelijke taal:
Ik zal als voorbeeld boeken nemen iedereen is bekent met boeken en kent de opbouw hiervan. Wanneer je het lichaam van een hond als een oplage van een bepaalt boek ziet zal het makkelijker te begrijpen zijn. De hele oplage van boeken die gedrukt wordt is hetzelfde. Een zo'n boek noemen we een cel, het geschreven deel van het boek is DNA het geschreven deel bestaat uit hoofdstukken, dit zijn de chromosomen. De hoofdstukken bestaan op hun beurt weer uit zinnen (genen) deze zinnen worden onderverdeelt in woorden (basenparen) en de woorden bestaan uit letters (nucleotiden).
Wanneer we dit in omgekeerde volgorde zetten krijgen we het volgende: De letters in woorden vormen zinnen met informatie die in hoofdstukken is samengevat. Meerdere hoofdstukken vormen een boek. Een hond bevat 39 hoofdstukken die vertellen hoe de hond er uitziet, wat zijn karakter is en welke ziekten hij heeft.
Nu moeten we afstappen van het voorbeeld boek omdat een boek zelf niets doet en een cel doet wel wat, heel veel zelfs.
Nu moeten we afstappen van het voorbeeld boek omdat een boek zelf niets doet en een cel doet wel wat, heel veel zelfs.
1 Celkern
Wat doet een cel?
Een cel is een soort fabriek, hier worden veel verschillende soorten aminozuren aangemaakt en afgebroken, seintjes gegeven naar andere cellen, ondertussen vermenigvuldigen zij zich ook nog. In de cel wordt alles geregeld en georganiseerd. Het plaatje geeft weer dat een cel uit heel veel verschillende onderdelen bestaat. Ik ga hier niet verder op in omdat het dan erg moeilijk wordt. Hoewel er natuurlijk verschillende soorten cellen zijn en niet alle cellen hetzelfde doen en aanmaken, bevatten ze wel allemaal 1 ding dat wel hetzelfde is; de celkern met hierin het DNA, de chromosomen, genen, basenparen, en nucleotiden.
Een cel is een soort fabriek, hier worden veel verschillende soorten aminozuren aangemaakt en afgebroken, seintjes gegeven naar andere cellen, ondertussen vermenigvuldigen zij zich ook nog. In de cel wordt alles geregeld en georganiseerd. Het plaatje geeft weer dat een cel uit heel veel verschillende onderdelen bestaat. Ik ga hier niet verder op in omdat het dan erg moeilijk wordt. Hoewel er natuurlijk verschillende soorten cellen zijn en niet alle cellen hetzelfde doen en aanmaken, bevatten ze wel allemaal 1 ding dat wel hetzelfde is; de celkern met hierin het DNA, de chromosomen, genen, basenparen, en nucleotiden.
In de celkern
Nucleotiden zijn de bouwstenen van het DNA, 2 nucleotiden vormen een basenpaar deze bestaat altijd uit 2 verschillende letters. De letters die wij bij nucleotiden kennen zijn A, C, G, en T. A vormt altijd een paar met T, en C vormt altijd een paar met G. Er zijn dus 4 verschillende basenparen. A-T, T-A, C-G en G-C in bepaalde volgorde vormen zij een gen. |
Genen
Een gen bestaat uit meerdere basenparen en geeft de cel instructies welk soort aminozuur deze moet aanmaken en wanneer. Wanneer er een pauze optreed, weer verder gaat of wanneer een ander aminozuur aangemaakt moet worden.
Mutaties
Zoals hierboven beschreven vermenigvuldigen cellen zich, dit houd in dat hier alles wat zich in de cel bevind gekopieerd moet worden. Zo ook het DNA. Bij het kopiëren gaat soms iets fout. Denk aan terug aan de oplage boeken die allemaal hetzelfde zijn. Nu verschijnt er een 2e druk maar de drukker maakt een zetfout. Hierdoor is het boek niet precies hetzelfde als de boeken van de 1e druk. Dat heet mutatie. Soms maakt het niet zoveel uit dat er een mutatie optreed en heeft het weinig effect, zoals bij een boek het woord wordt veranderd naar word. Hier lees je overheen. Andere keren echter kan zo'n drukfout een hele zin veranderen in iets onbegrijpelijks. Je snapt dan niet wat er staat, dit gebeurt ook bij het kopiëren van het DNA. Wanneer de code veranderd, veranderd ook de opdracht die de cel heeft gekregen. Er kunnen dan verschillende gevolgen optreden.
Soorten mutaties
Er zijn 4 verschillende soorten mutaties.
Een gen bestaat uit meerdere basenparen en geeft de cel instructies welk soort aminozuur deze moet aanmaken en wanneer. Wanneer er een pauze optreed, weer verder gaat of wanneer een ander aminozuur aangemaakt moet worden.
Mutaties
Zoals hierboven beschreven vermenigvuldigen cellen zich, dit houd in dat hier alles wat zich in de cel bevind gekopieerd moet worden. Zo ook het DNA. Bij het kopiëren gaat soms iets fout. Denk aan terug aan de oplage boeken die allemaal hetzelfde zijn. Nu verschijnt er een 2e druk maar de drukker maakt een zetfout. Hierdoor is het boek niet precies hetzelfde als de boeken van de 1e druk. Dat heet mutatie. Soms maakt het niet zoveel uit dat er een mutatie optreed en heeft het weinig effect, zoals bij een boek het woord wordt veranderd naar word. Hier lees je overheen. Andere keren echter kan zo'n drukfout een hele zin veranderen in iets onbegrijpelijks. Je snapt dan niet wat er staat, dit gebeurt ook bij het kopiëren van het DNA. Wanneer de code veranderd, veranderd ook de opdracht die de cel heeft gekregen. Er kunnen dan verschillende gevolgen optreden.
- De code is nu zo ingedeeld dat de cel een ander soort aminozuur aanmaakt.
- De code is nu zo ingedeeld dat de cel maar de helft van de benodigde aminozuren aanmaakt.
- De code is nu zo ingedeeld dat de cel stopt met het aanmaken van het aminozuur.
Soorten mutaties
Er zijn 4 verschillende soorten mutaties.
- Punt mutatie
- Deletie mutatie
- Insertie mutatie
- Toegenomen herhaalde mutatie
Homozygoot / Heterozygoot
Genen geven instructies aan de cellen, maar er zijn altijd 2 genen op dezelfde plaats. Een is geërfd van de moeder de ander van de vader. Wanneer de hond van de moeder dezelfde code die op een bepaald gen ligt heeft geërfd als van de vader dan noemen we dit homozygoot (gelijk aan elkaar), wanneer de genen verschillen noemen wij dit heterozygoot (verschillend van elkaar).
Dominant, recessief en co-dominant
Er zijn 3 verschillende vormen van vererving. Dominant houd in dat wanneer er een gen een bepaalde instructie aan een cel geeft de cel deze uitvoert ook al geeft het gen van de andere ouder een andere instructie door. Bij recessief moet een gen homozygoot zijn voor de instructies en dus gelijk aan elkaar om de opdracht uit te kunnen voeren. Co-dominant of onvolledig dominant betekent dat wanneer er door beide ouders verschillende genen zijn doorgegeven, en dus heterozygoot is, er van beide genen iets tot uiting wordt gebracht.
Genen geven instructies aan de cellen, maar er zijn altijd 2 genen op dezelfde plaats. Een is geërfd van de moeder de ander van de vader. Wanneer de hond van de moeder dezelfde code die op een bepaald gen ligt heeft geërfd als van de vader dan noemen we dit homozygoot (gelijk aan elkaar), wanneer de genen verschillen noemen wij dit heterozygoot (verschillend van elkaar).
Dominant, recessief en co-dominant
Er zijn 3 verschillende vormen van vererving. Dominant houd in dat wanneer er een gen een bepaalde instructie aan een cel geeft de cel deze uitvoert ook al geeft het gen van de andere ouder een andere instructie door. Bij recessief moet een gen homozygoot zijn voor de instructies en dus gelijk aan elkaar om de opdracht uit te kunnen voeren. Co-dominant of onvolledig dominant betekent dat wanneer er door beide ouders verschillende genen zijn doorgegeven, en dus heterozygoot is, er van beide genen iets tot uiting wordt gebracht.
© 2016 Exclusieve licentie van C. J. Brandwijk. Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd kopiëren, reproduceren en publiceren is verboden.